Kenmerken

  •  Kinderen met selectief mutisme zwijgen in bepaalde situaties terwijl ze thuis vaak heel veel spreken.
  • De angst duurt minstens één maand.
  • Op het moment dat het kind blokkeert vermijd het kind oogcontact.
  • Het niet praten komt niet omdat het kind de taal niet goed beheerst.
  • Geen gezichtsuitdrukking op het moment dat het kind blokkeert.
  • De neiging om bevroren te blijven staan wanneer tegen het kind wordt gesproken.
  • Het kind heeft een angst voor situaties waarin hij/zij zich niet vertrouwd en veilig voelt.

Als het kind word aangesproken herken je het volgende:

  • Het kind zwijgt.
  • Het kind kijkt naar beneden.
  • Het kind maakt geen contact.
  • Het kind maakt geen beweging met de lippen.
  • Het kind heeft geen gezichtsuitdrukking.
  • Het kind heeft het gevoel dat het lichaam is bevroren en op slot staat.
  • Het kind toont een vertraagde reactie.
  • Het kind vermijd gedeeltelijk het schrapen van de keel.
  • Het kind vermijd oogcontact.